Schaakclub Santpoort

Onze tweede wedstrijd speelden we thuis tegen Het Spaarne. Dit team, net zoals wij, zal hard moeten vechten voor lijfsbehoud in de poule. Daarom was dit een zogenaamde vierpuntenwedstrijd.
Wij hadden één invaller -Jelle- die Mick verving.
We wonnen met 5-3 en daar leek niet zoveel aan af te dingen. Hoewel het best allemaal een andere kant had kunnen opvallen. Weliswaar stond Martijn op het eind verloren maar stond daarvoor lange tijd positioneel gewonnen. Jan heeft een opgelegde winst gemist, maar zo kunnen we wel een tijdje doorgaan. Gaan we niet doen dus.  Laten we de spelers zelf maar het woord geven.

Peter speelde tegen oud clubgenoot Colleen Otten bij Kijk Uit. Het werd een botsing van twee stijlen: waar Colleen al op de 5e zet begon na te denken over loperoffers op f7 (inderdaad Peter had zwart!) was Peter bezig met strategische zaken als: Loperpaar, centrum, etc. Zwart veroverde het Loperpaar, wit counterde met Dh5 en even later met het niet-correcte Lg5. Daarmee werd het een va banque opzet van wit die alle schepen achter zich verbrandde. Even leek het erop dat zwart in de technische uitvoering zich vergist had en remise zou moeten toestaan, maar de winst is -als we de engines- mogen geloven nergens in gevaar geweest en kon Peter het punt noteren.

Jan Burggraaf schrijft het volgende over zijn partij dat aan bord 2 plaats vond.
Tegen Loek Veenendaal speelde ik volgens recepten van Paul Keres tegen de zwarte opbouw. Hij haalde tegen grootmeesters zijn normale score +11 =8 -1 . Het moest dus wel een gezonde opstelling zijn. Zwart koos een afwachtende variant met eerst Pd7 en dan pas c5. Daarop besloot ik de witte lopers te ruilen en pion d5 onder druk te zetten. Mijn plan lukte aardig maar toen d5 gevallen was resteerde een dame-eindspel met 4 tegen3 op één vleugel. Niet persé remise maar ik kon het niet winnen.

Omdat ik (Peter) de partij van Jan door de engine mocht halen, vul ik hem hier aan met het volgend commentaar:
Goede partij van Jan met een sterke openingsopbouw. Na een lichte onnauwkeurigheid van zwart heeft Jan groot voordeel. Dat verdampt weer even en dan kan hij opnieuw toeslaan op zet 28 en een mat in 4 in de stand brengen. Wanneer hij die kans mist, is de muziek er wel uit en weet zwart net de remise te bereiken

Op bord 7 speelde Ingmar tegen Frans Arp, Ingmar koos voor de agressieve opzet en wilde graag een scherpe variant op het bord met c5. 
Frans sloeg in op c5 maar daarna bleek het scherpe er wel af te zijn, het was vooral positioneel je stukken goed neerzetten. 
Na een zet of 20 brak Ingmar met d5 de partij open, om toch nog voor de winst te kunnen spelen, Frans had nog een kans om het makkelijk naar remise af te wikkelen maar wilde ook graag winnen. 
Uiteindelijk wist Ingmar een vrij pion te creëren en kon daarna eenvoudig naar de winst lopen. 

Hans speelde aan bord 4 tegen ‘good old’ Aad de Bruijn. Hans kwam niet in zijn spel, verloor in een pion in zijn favoriete opening en liep een nul op.

Jelle speelde met wit op bord 8 tegen Fer Mesman. Jelle kwam snel iets beter te staan na de opening door een onnauwkeurigheid van zwart. Na wat rustigere ontwikkelende zetten dacht zwart dat de best voortgang voor hem een kwaliteitsoffer was. Hierdoor kreeg zwart een sterke aanval op de koning. Nadat Jelle de stelling kon consolideren en de gevaarlijkste aanvallende stukken af kon ruilen stond hij een kwaliteit voor in het eindspel (Twee torens tegen een toren en een paard). Vervolgens won Jelle een paar pionnen en toen promotie van wit niet meer te stoppen was, zag zwart geen andere optie om de handdoek in de ring te gooien.

Op bord 5 speelde Rob met zwart tegen Sander Schilthuizen. De eerste 15 zetten werden met hoog tempo gespeeld waarna een gelijkwaardige stelling op het bord stond. Zwart probeerde initiatief te krijgen door een pion te offeren, maar dat werd door Sander niet aangenomen die goed speelde. Verder in het eindspel kwam Rob een pion voor maar stond desondanks slechts marginaal beter. Wits a-pion was een doorn in het oog die door Robs zwarte paard verdedigd moest worden. Een laatste truc werd ook goed door Sander gezien en leek het remise te worden. Echter wilde Rob graag winnen en forceerde door pion c2 te offeren. Drie zetten later bood Rob alsnog remise aan dat werd aangenomen. Echter blijkt de eindstelling ineens gewonnen voor wit. Dat is een mazzeltje. Gelukkig dat het bij remise bleef.

Martijn kwam goed uit de opening met een flinke tijdsvoorsprong. Op zet 15 deed zijn tegenstander de zet g4? Waarna hij positioneel gewonnen stond. Vervolgens ging hij veel tijd verbruiken en was zijn vervolg niet optimaal. Al bleef de stelling duidelijk beter voor zwart. Op zet 19 gaat hij van een goede stand in 1 zet naar een compleet verloren stand. Zijn tegenstander speelt het lange tijd goed maar weet de winnende voortzetting niet te vinden. De partij eindigt door driemaal dezelfde stelling. Op dat moment stond zijn tegenstander nog straal gewonnen. Een erg teleurstellende partij en uitslag die nog erger had kunnen zijn.

Menno speelde met wit een partij waarin hij volledig onterecht het gevoel had meer te kunnen krijgen dan remise. Sommige lichte stukken van zwart leken namelijk erg inactief, maar werden toen plotseling binnen een paar zetten allemaal afgeruild. Wat restte was een stelling waarin beide spelers 2 torens, een dame en 7 pionnen overhadden. Zwart miste de overwinning en in het eindspel dacht Menno nog iets te hebben, maar de tegenstander verdedigde goed waarna remise overeen is gekomen.

Geef een reactie